Partners – ABAS

Op deze pagina vindt u informatie over onze partner, stichting Yayasan ABAS, gevestigd in Tonjong (nabij Bogor), Indonesië. Onze contactpersoon van deze stichting is mevrouw Maria Rosa.

U vindt op deze pagina informatie over:

Stichting Yayasan ABAS

Stichting Yayasan ABAS biedt onderdak aan kinderen en vrouwen die ziek zijn, geen geld hebben of dakloos zijn en geen familie meer hebben die voor hen kunnen zorgen. Momenteel is de oudste bewoonster 85 jaar oud en de jongste 1 maand. Zij hebben twee huizen en bieden onderdak aan 35 kinderen en 15 dakloze vrouwen.

Wie is mevrouw Rosa?

Mevrouw Rosa is geboren in 1962 en heeft een Chinese nationaliteit. Haar grootste droom was altijd al het helpen van andere mensen. Ze wilde non worden maar haar ouders hielden dit tegen. Haar ouders vonden dat ze eerst een goede studie moest volgen. Ze is in Yakarta en daarna in Belgie (Gent)  Hospital Management gaan studeren. Na haar studie heeft ze 6 jaar in het Erasmus Huis in Jakarta gewerkt. Ze was verantwoordelijk voor de administratie en ze gaf les in de Bahasa Indonesische taal. Daar kwam ze in contact met Zuster Rina en heeft ze drie jaar in het klooster van St Clare doorgebracht. In 1994 heeft ze op advies van Zuster Rina de ABAS Stichting opgericht. Haar ouders hebben haar financieel ondersteunt met het oprichten van het eerste huis ‘the House of Hope en Love’. In 1999 werd het en tweede huis gebouwd genaamd ‘Zuster Rina Ruigrok’.  (terug naar boven)

Mevrouw Rosa aan het woord:

In ons huis wonen 20 personeelsleden. Dit zijn professionele krachten, allemaal meisjes. De meisjes komen van verschillende eilanden (Flores, Java en Sumatra) en zijn door ons opgeleid. We vormen samen met onze bewoners één groot gezin. Naast deze meisjes hebben we ook nog 22 andere personeelsleden die in de omgeving wonen. Onze huizen bieden daardoor tevens extra werkgelegenheid voor de omwonenden. (terug naar boven)

Onze kinderen:

De kinderen die wij onderdak bieden worden vaak door hun ouders naar ons toe gebracht. Hun ouders zijn te arm om voor hun kinderen te zorgen. Het komt ook voor dat de kinderen hun ouders niet kennen en niet weten waar hun ouders wonen. Wij proberen altijd contact te zoeken met de ouders en hopen dat de ouders op een dag zelf (weer) voor hun kinderen kunnen zorgen. De ouders van de kinderen zijn eigenlijk verplicht om minimaal twee keer per jaar op bezoek te komen. Dit willen wij ook erg graag zodat de band tussen de ouders en de kinderen niet verloren gaat. Helaas is de realiteit anders en krijgen onze kinderen haast nooit bezoek. Omdat onze kinderen nog ouders hebben kunnen ze niet geadopteerd worden.  (terug naar boven)

Wat bieden wij onze kinderen:

Onze kinderen gaan naar school, ze volgen gratis muziekles, karateles, zwemles en balletles. Maar naast dit alles moeten ze ook een aantal plichten vervullen. Zo leren ze al van jongs af aan hoe ze een oma moeten begeleiden van het eetvertrek naar het slaapvertrek. En de oma’s die nog kunnen lopen spelen met de kleine kinderen en brengen ze naar de kleuterschool. Dit komt ook vaak voor in een ‘echte’ gezinssituatie. (In Indonesië moeten de kinderen voor de ouderen zorgen omdat er geen bejaardenhuizen zijn en de ouders moeten werken). We proberen zoveel mogelijk een echt gezin te vormen. Als kinderen voor het eerst naar de kleuterschool gaan krijgen ze van ons een spaarboekje. Zo leren ze met geld omgaan en sparen ze geld voor later. Als ze oud genoeg zijn kunnen ze met het gespaarde geld een kamer huren en werk zoeken. Buiten de schooluren worden onze kinderen vaak gevraagd om op te treden. Tijdens de optredens geven de mensen meestal donaties. De donaties verzamelen we en verdelen we onder de kinderen. Dit geld sparen zij en doen ze in hun spaarboekje.

Door het vormen van een gezin proberen wij de kinderen te leren dat ze dezelfde rechten hebben als kinderen die in een gezin wonen. Maar ook dezelfde plichten. Om onze kinderen verder te laten studeren hebben wij sponsoren nodig. Ook als kinderen niet meer bij ons wonen zorgen wij voor hun opleiding. We schrijven hen in en betalen de opleiding. Tijdens de de duur van de opleiding onderhouden wij een nauw contact met de meisjes. Zo volgen wij hoe hun studie gaat en ondersteunen we hen bij eventuele problemen. In de afgelopen jaren zijn al 5 meisjes geslaagd voor hun academische opleiding. De meeste meisjes zijn al getrouwd en wonen niet meer bij ons, maar we hebben nog steeds contact met hen.  (terug naar boven)

Onderdak aan zwangere vrouwen:

De laatste 5 jaren komen er steeds vaker zwangere vrouwen bij ons onderdak zoeken. Ze zijn weggestuurd door hun eigen ouders of ze zijn weggelopen van hun familie omdat ze niet getrouwd zijn. Tijdens de zwangerschap proberen wij deze vrouwen te stimuleren om hun best te doen om later zelf voor hun kinderen te gaan zorgen. Maar door de slechte economische situatie in ons land zijn er veel moeders die hun baby bij ons achterlaten na de bevalling. Ze beloven ons dat ze hun kinderen later komen ophalen maar dit gebeurt in de meeste gevallen niet. Dit betekent dat er steeds meer kinderen van kleins af aan bij ons opgroeien. (terug naar boven)